In groepjes van 3 tot 4 leerlingen maken jullie een poster over een van de onderstaande onderwerpen die met het klimaat te maken hebben. Kies een onderwerp dat jullie interessant lijkt, of krijg er één toegewezen door je docent. Beantwoord op de poster alle vragen bij jullie onderwerp.

1. Het broeikaseffect en de oorzaken van een versterkt broeikaseffect

• Wat is het broeikaseffect?
• Welke broeikasgassen zijn er?
• Waarom is het broeikaseffect belangrijk?
• Hoe wordt het broeikaseffect versterkt?
• Wat gebeurt er als het broeikaseffect wordt versterkt?

2. Klimaatgebieden

• Waardoor zijn er verschillende klimaatzones?
• Welke vijf klimaatzones zijn er?
• Welke eigenschappen heeft ieder van deze klimaatzones?
• In welke klimaatzone ligt Nederland?

3. Het weer

• Wat is het weer?
• Wat is het verschil tussen weer en klimaat?
• Uit welke verschillende onderdelen bestaat het weer? Noem er minstens 5.
• Hoe kun je deze verschillende onderdelen meten?

4. Gevolgen van klimaatverandering in Nederland en in een land naar keuze

• Wat zijn de gevolgen voor het weer in Nederland?
• Welke gevolgen heeft klimaatverandering voor onze gezondheid?
• Wat gebeurt er nog meer in Nederland als de aarde opwarmt?
• Wat zijn de gevolgen voor het weer in het door jullie gekozen land?
• Wat gebeurt er nog meer in het door jullie gekozen land als de aarde opwarmt?
• Hoe verschillen Nederland en het door jullie gekozen land van elkaar wat betreft de gevolgen van klimaatverandering?

5. Klimaatfactoren (KGT)

• Wat zijn klimaatfactoren?
• Welke klimaatfactoren zijn er?
• Welke klimaatfactoren zijn belangrijk voor Nederland?

Stap 1: Kies een Onderwerp

Kies uit de lijst hierboven een onderwerp dat jullie interessant vinden, of laat je docent er een toewijzen. Schrijf het onderwerp op en kijk naar de vragen die jullie gaan beantwoorden.

Stap 2: Verzamel Informatie

Ga op het internet op zoek naar antwoorden op de vragen van jullie gekozen onderwerp. Jullie kunnen websites bezoeken, nieuwsartikelen lezen of filmpjes op YouTube bekijken. Zorg dat jullie alle vragen kunnen beantwoorden.

Stap 3: Verzamel Beeldmateriaal

Zoek plaatjes, grafieken, of andere visuele materialen die bij jullie onderwerp passen. Deze gebruiken jullie straks voor op de poster.

Stap 4: Schrijf de Antwoorden op

Noteer de antwoorden op de vragen van jullie onderwerp. Zorg dat deze antwoorden duidelijk en makkelijk te begrijpen zijn.

Stap 5: Maak de Poster

Gebruik de informatie en het beeldmateriaal dat jullie hebben verzameld om de poster te maken. Zorg ervoor dat de poster antwoord geeft op alle vragen van jullie gekozen onderwerp.

In opdracht 2 gaan jullie de bevindingen van jullie onderzoek op een poster zetten. Wees creatief! Jullie mogen ook online tools zoals Canva gebruiken. Volg de stappen hieronder om een toffe poster te maken:

Stap 1: Kies een Tool of Methode

Bepaal met je groepje of je een digitale of een fysieke poster wilt maken. Als jullie kiezen voor digitaal, zoek dan een goede online tool (zoals Canva) en maak daar een account aan als dat nodig is.

Stap 2: Ontwerp en Lay-out

Praat met je groepje over hoe de poster eruit moet zien. Denk aan de indeling, kleuren en lettertypes. Het is belangrijk dat de poster er leuk én duidelijk uitziet.

Stap 3: Informatie Toevoegen

Zet de belangrijkste dingen die jullie hebben gevonden op de poster. Dat zijn de antwoorden op de vragen uit de eerste opdracht. Gebruik korte stukjes tekst, lijstjes en plaatjes om alles makkelijk leesbaar te maken.

Stap 4: Visuele Elementen

Nu is het tijd voor plaatjes en misschien zelfs grafieken of kaarten. Zorg dat ze goed passen bij de rest van je poster. Als je een digitale poster maakt, upload de plaatjes dan en voeg ze toe aan je ontwerp.

Stap 5: Titel en Bronnen

Geef je poster een goede titel die laat zien waar het over gaat. Schrijf ook de bronnen op waar je je informatie en plaatjes vandaan hebt. Dat is wel zo netjes.

Stap 6: Controleer en Verbeter

Kijk alles nog een keer goed na. Zitten er foutjes in? Is alles compleet? Je kunt ook een ander groepje vragen om even naar jullie poster te kijken en tips te geven.

• Jullie gaan de antwoorden op de vragen presenteren op een poster. Beslis als groep of jullie een digitale poster of een fysieke poster (met papier, stiften, etc.) willen maken. Als jullie kiezen voor een digitale poster, zoek dan een geschikte online tool (bijvoorbeeld Canva) en maak een account aan indien nodig.
• Als jullie PowerPoint gebruiken voor de poster, dan kun je de grootte van de dia's veranderen. Ga naar 'Ontwerpen' en dan naar 'Diagrootte'. Vul daar 42 cm in bij 'breedte' en 59,4 cm bij 'hoogte'.
• Maak je poster uniek! Maar zorg dat hij niet te druk wordt. Gebruik niet te veel kleuren of lettertypes.
• Zorg dat jullie poster duidelijk is. De belangrijkste tekst en de afbeeldingen moeten van een afstand te zien zijn.
  
• Probeer lange stukken tekst te vermijden. Duidelijke afbeeldingen en schema’s werken vaak beter. Een korte uitleg bij elke afbeelding is genoeg.

Broeikasgassen

• Video broeikaseffect
• Video versterkt broeikaseffect
• Informatie broeikaseffect van milieucentraal

Klimaatgebieden

• Video klimaatzones
• Klimaatzones volgens van Koppen

Het weer

• Video weer en klimaat
• Weerstations in Nederland (deze website laat alle weermetingen in Nederland zien)

Gevolgen van klimaatverandering

• Klimaatsignaal'21
• Gevolgen klimaatverandering voor Nederland

Iedereen kan zomaar iets op internet zetten. Maar hoe weet je of wat je vindt, ook echt klopt? Vaak kun je aan de bron zelf al zien of deze betrouwbaar is. Toch is het niet altijd even makkelijk te zeggen of een bron te vertrouwen is. Er zijn verschillende dingen die een bron meer of minder betrouwbaar maken. 

Met dit lijstje kun jij bepalen of de bron betrouwbaar genoeg is voor wat jij nodig hebt:

•  Wie heeft het artikel geschreven?
  • Is het een expert? Dan is het artikel waarschijnlijk betrouwbaar.
    
  • Als je niet kunt vinden wie het heeft geschreven, dan is het minder betrouwbaar.
• Met welk doel is de tekst geschreven?
  • Betrouwbaarder: het doel is om informatie te geven, de uitspraken zijn goed onderbouwd.
  • Minder betrouwbaar: de schrijver wil iets verkopen, of wil dat je overtuigen van zijn mening.
• Worden er andere bronnen genoemd in de tekst?
• Hoe meer verschillende (betrouwbare) bronnen worden genoemd die hetzelfde zeggen, hoe betrouwbaarder.
• Hoe oud is de bron?
• Informatie uit oude bronnen is misschien niet meer te vertrouwen.
  
• Zijn er nieuwere bronnen die iets anders zeggen?

Voorbeelden van betrouwbaardere bronnen

• Nieuwsartikelen van bekende kranten, zoals het AD, de Volkskrant of NRC;
• Radio- en tv-documentaires;
• Het KNMI (als je iets wil weten over het weer of het klimaat);
• Je schoolboek.

Wat zijn in ieder geval geen goede bronnen?

• Een verslag van een andere leerling;
• Wikipedia - Wikipedia is wel een handig startpunt om informatie te vinden, maar controleer altijd de bronvermelding en/of zoek nog een andere, betrouwbare bron die hetzelfde zegt!
• Dingen die mensen zeggen op forums.