Logo One Planet
Een begrafenisstoet verlaat het kamp
Een begrafenisstoet verlaat het kamp

Luister naar de verhalen van vrouwen die de bezetting van Nederlands-Indië hebben meegemaakt:

Gesproken tekst meelezen

Er waren ontzettend veel doden. Je bracht stervende mensen uit je kamer nog even naar het ziekenhuis. Dan hadden ze tenminste nog een rustig hoekje waar ze lagen om dood te gaan. Daarna moesten we de kisten dragen. Dat is ontzettend moeilijk, zeker als je zo verzwakt bent. Bij de poort moesten we de kist op een kar laden en dan werd hij meegenomen. We mochten de doden niet zelf naar de begraafplaats brengen.
Louise de Graaff-Wekking, Banjoebiroe 10, Java


De kindersterfte was groot. Meningitis kwam veel voor. Ik heb hier heel wat oogjes dichtgedrukt en er een stuivertje opgelegd. Onder de volwassenen waren er soms wel twee, drie doden per dag.
Nora Prins-Röhrborn, vrouwenkamp Aek Pamienke, Sumatra


Als er iemand dood was, werd er een kuil gegraven, de dode er naar toe gesleept en in de kuil gegooid, zand erover. Niemand weet dan wie daar is begraven! Zo gebeurde dat in heel Indië. Maar bij mij is niemand in een kuil gegooid. Álle mensen zijn in een kist begraven. Op het kerkhof van Leuwigadjah liggen míjn mensen.
Als er een sterfgeval was, kreeg ik bericht van een Ambonees of Indo. Ik huurde dan een wagentje en ging met een kist naar het kamp. Daar ging ik voor de poort staan. Er was eens een moeder gestorven en ik heb toen geëist dat haar twee dochter naar buiten mochten komen om afscheid van haar te nemen.
Nel Balinge, buitenkamper in Tjimahi, Java

  • Conny van Grondelle, Begrafenis. Vrouwenkamp Kareës, Java, ca. 1943. Coll. nr. 60419a (18/46)
  • Molly Roukens, Een kindje gaat grafwaarts. Vrouwenkamp Kaäten, Celebes, 1942-1945. Coll. nr. 108726
  • mmy van der Linden, Begrafenis per pedatti. Vrouwenkamp Bangkinang, Sumatra. Coll. nr. 224061 n
Om te lezen: veel doden in de laatste maanden

Veel doden in de laatste maanden

In de laatste maanden van de oorlog nam het aantal zieken enorm toe. Velen haalden het einde van de oorlog niet. Het was een race tegen de tijd. Iedere dag dat de oorlog langer duurde kon er één te veel zijn. Van de ongeveer 100.000 burgergeïnterneerden overleden er 13.000. Bij het begraven van de doden werd iedereen ingeschakeld. Ook kinderen hielpen mee met het dragen van de kist of mat waarin de overledene was gelegd. Het werd een dagelijks ritueel; de doden die via de poort het kamp verlieten. Veel mensen verloren een of meerdere dierbaren; een vader, moeder, broer, zus, vriend of vriendin.

Uitgelicht

Begrafenisstoet in het kamp

Johan Gabriëlse, Een begrafenis in Kamp 7 te Ambarawa. Mannenkamp Ambarawa 7, Java, 1945. Coll. nr. 68126

Luister naar een beschrijving van deze tekening:

Gesproken tekst meelezen

Johan Gabriëlse zat opgesloten in een kamp voor oude mannen en jongens. Het is wrang dat hij deze tekening een paar maanden voor zijn eigen dood in juni 1945 maakte. Afgebeeld zijn vier jongens die een doodskist dragen, twee aan elke kant. Waarschijnlijk zijn er nog twee dragers. Hoe oud zijn ze? Een jaar of twaalf hooguit.

Wie er ten grave wordt gedragen, weten we niet. Aan het formaat van de kist te zien waarschijnlijk een van de oude mannen uit het kamp. De jongens dragen de kist tussen twee rijen mannen door, die een soort erehaag vormen. Maar deze erehaag heeft niets plechtigs. De mannen staan daar met gebogen hoofden en hangende schouders. Hun kleren slobberen om hun vermagerde lichamen. Op de achtergrond wappert was aan een lijn tussen twee bomen. Louk Woortman zat als jonge jongen ook in dit kamp. Hij vertelt:

“Tot de taak van de jongensbarakken hoorde ook het erewacht staan als overleden kampgenoten het kamp uitgedragen werden. De overledenen werden dan vanuit het lijkenhuisje naar de poort gedragen, waarbij hun kampmaten, aangevuld met jongens, voor een erehaag zorgden tot aan de poort. Bij die gelegenheid werden in het Hollands commando’s gegeven. Daar zei de Jap niets van. Soms moesten we een aantal keren per dag staan. GEEEEEEFT … ACHT! sjok sjok sjok sjok … PLAATS … RUST! en als de poort weer dicht was; INGERUKT! om er een kwartiertje later weer te staan. Buiten het kamp werden de doden met een vrachtwagen afgevoerd en ergens in de buurt ter aarde besteld. Daar waren we nooit bij aanwezig.”

Stoet op weg naar een begraafplaats

Maker onbekend, Begrafenis. Thai-Birma-spoorweg, 1942-1945. Coll. nr. 71679

Luister naar een beschrijving van deze tekening:

Gesproken tekst meelezen

De onbekende maker van deze tekening werkte als dwangarbeider aan de Thai-Birmaspoorweg. Afgebeeld is een begraafplaats. De aanleg van de spoorlijn moet inmiddels ver zijn gevorderd. Velen zijn onder de zware omstandigheden bezweken. In elk geval zijn er al heel wat graven. Een volgende begrafenisstoet is op weg. Op twee brancards liggen een Nederlander en een Brit, gewikkeld in doeken en afgedekt met de vlag van hun land. Naast de brandcard met de Nederlander loopt een priester, de bijbel opengeslagen. Naast de andere lopen twee mannen met spades op de schouder. Zij zullen straks de kuil dichtgooien. Prominent in beeld drie gieren bovenin een boom. Een aantal soortgenoten cirkelt boven de begraafplaats.

Naar het volgende onderwerp

Verander van verhaallijn:
kind man

Alle verhalen van kinderen
Alle verhalen van mannen

Deze pagina is onderdeel van de digitale tentoonstelling Getekend. Persoonlijke verhalen over de Japanse bezetting.

Deze pagina is onderdeel van de digitale tentoonstelling Getekend. Persoonlijke verhalen over de Japanse bezetting.

Ga naar het begin van deze tentoonstelling