Logo One Planet
Jongens die een lijkkist dragen, terwijl oude mannen toekijken
Jongens die een lijkkist dragen, terwijl oude mannen toekijken

"Vreselijk, die stille stoet. Ik ben zo dankbaar dat het mammie niet is.”

Luister naar verhalen van mensen die als kind de Japanse bezetting hebben meegemaakt:

Transcriptie van de gesproken tekst

Omdat ik de enige lopende patiënt was, vroeg een verpleger mij een beetje op de zieke te letten. De man stierf net toen ik even was gaan rusten. De andere patiënten maakten we wakker en ik mocht de overledene de ogen sluiten en zijn schamele bezittingen vergaren en aan de verplegers meegeven. Het gebeurde greep mij als vijftienjarige jongen wel aan.
Gerard Weijers, mannenkamp Landsopvoedingsgesticht, Bandung, Java


Vandaag is een rare dag. Eigenlijk zouden we de verjaardag van Beylarts vieren, maar ’s avonds heel onverwacht is mevrouw Goosens gestorven. Iemand die ik helemaal niet ken en toch treft het je, omdat `t iemand van ons is, iemand uit het kamp. Dat was vandaag een rare dag. Half feestdag en om twaalf uur de begrafenis. Vreselijk, die stille stoet. Ik ben zo dankbaar dat het mammie niet is.
Sonja Paardekooper, vrouwenkamp Ambarawa 9, Java

  • Conny van Grondelle, Begrafenis. Vrouwenkamp Kareës, Java, ca. 1943. Coll. nr. 60419a (18/46)
  • Andreas de Hoog, Begrafenis. Mannenkamp Ursulinenklooster Buitenzorg, Java, 1942. Coll. nr. 90448
  • Molly Roukens, Een kindje gaat grafwaarts. Vrouwenkamp Kaäten, Celebes, 1942-1945. Coll. nr. 108726
  • Emmy van der Linden, Begrafenis per pedatti. Vrouwenkamp Bangkinang, Sumatra, 1944. Coll. nr. 224061n
Lezen: veel doden in de laatste maanden

Veel doden in de laatste maanden

In de laatste maanden van de oorlog nam het aantal zieken enorm toe. Velen haalden het einde van de oorlog niet. Het was een race tegen de tijd. Iedere dag dat de oorlog langer duurde kon er één te veel zijn. Van de ongeveer 100.000 burgergeïnterneerden overleden er 13.000. Bij het begraven van de doden werd iedereen ingeschakeld. Ook kinderen hielpen mee met het dragen van de kist of mat waarin de overledene was gelegd. Het werd een dagelijks ritueel; de doden die via de poort het kamp verlieten. Veel mensen verloren een of meerdere dierbaren; een vader, moeder, broer, zus, vriend of vriendin.

Uitgelicht

Begrafenisstoet in het kamp

Johan Gabriëlse, Een begrafenis in Kamp 7 te Ambarawa. Mannenkamp Ambarawa 7, Java, 1945. Coll. nr. 68126

Luister naar een beschrijving van deze tekening:

Transcriptie van de gesproken tekst

Johan Gabriëlse zat opgesloten in een kamp voor oude mannen en jongens. Het is wrang dat hij deze tekening een paar maanden voor zijn eigen dood in juni 1945 maakte. Afgebeeld zijn vier jongens die een doodskist dragen, twee aan elke kant. Waarschijnlijk zijn er nog twee dragers. Hoe oud zijn ze? Een jaar of twaalf hooguit.

Wie er ten grave wordt gedragen, weten we niet. Aan het formaat van de kist te zien waarschijnlijk een van de oude mannen uit het kamp. De jongens dragen de kist tussen twee rijen mannen door, die een soort erehaag vormen. Maar deze erehaag heeft niets plechtigs. De mannen staan daar met gebogen hoofden en hangende schouders. Hun kleren slobberen om hun vermagerde lichamen. Op de achtergrond wappert was aan een lijn tussen twee bomen. Louk Woortman zat als jonge jongen ook in dit kamp. Hij vertelt:

“Tot de taak van de jongensbarakken hoorde ook het erewacht staan als overleden kampgenoten het kamp uitgedragen werden. De overledenen werden dan vanuit het lijkenhuisje naar de poort gedragen, waarbij hun kampmaten, aangevuld met jongens, voor een erehaag zorgden tot aan de poort. Bij die gelegenheid werden in het Hollands commando’s gegeven. Daar zei de Jap niets van. Soms moesten we een aantal keren per dag staan. GEEEEEEFT … ACHT! sjok sjok sjok sjok … PLAATS … RUST! en als de poort weer dicht was; INGERUKT! om er een kwartiertje later weer te staan. Buiten het kamp werden de doden met een vrachtwagen afgevoerd en ergens in de buurt ter aarde besteld. Daar waren we nooit bij aanwezig.”

Stoet op weg naar een begraafplaats

Maker onbekend, Begrafenis. Thai-Birma-spoorweg, 1942-1945. Coll. nr. 71679

Luister naar een beschrijving van deze tekening:

Transcriptie van de gesproken tekst

De onbekende maker van deze tekening werkte als dwangarbeider aan de Thai-Birmaspoorweg. Afgebeeld is een begraafplaats. De aanleg van de spoorlijn moet inmiddels ver zijn gevorderd. Velen zijn onder de zware omstandigheden bezweken. In elk geval zijn er al heel wat graven. Een volgende begrafenisstoet is op weg. Op twee brancards liggen een Nederlander en een Brit, gewikkeld in doeken en afgedekt met de vlag van hun land. Naast de brandcard met de Nederlander loopt een priester, de bijbel opengeslagen. Naast de andere lopen twee mannen met spades op de schouder. Zij zullen straks de kuil dichtgooien. Prominent in beeld drie gieren bovenin een boom. Een aantal soortgenoten cirkelt boven de begraafplaats.

Naar het volgende onderwerp

Verander van verhaallijn:
vrouw man

Alle verhalen van vrouwen
Alle verhalen van mannen

Deze pagina is onderdeel van de digitale tentoonstelling Getekend. Persoonlijke verhalen over de Japanse bezetting.

Ga naar het begin van deze tentoonstelling