Logo One Planet
Vrouwen op hun slaapplaats
Vrouwen op hun slaapplaats

“Dit was nu je woonplek op aarde.”

Luister naar verhalen van vrouwen die de bezetting van Nederlands-Indië hebben meegemaakt:

Gesproken tekst meelezen Je kwam beneden bij een klein stationnetje aan; met een lorriebaan moest je alle spullen naar boven sjouwen, naar het kamp. Daar waren ongeveer tien barrakken. Uiteindelijk zouden we er met ongeveer duizend vrouwen en kinderen zitten.
Claasje Duin-Rietdijk, vrouwenkamp Poeloeberajan, Sumatra

Met negen mensen hadden we zes bedden, vijf handkoffers en twee kasten. Ik herinner me vooral de chaotische weken in het begin, veroorzaakt door onze totale onwetendheid omdat we zo verwend met bedienden hadden geleefd. Hoe zette je een bed in elkaar? Hoe kon je zonder hamer een spijker voor de klamboe in een muur slaan? Waarin deed je de was met zo’n beetje water? Hoe maakte je vuur in een houtkoolkomfoor en hoe hield je het aan?
Louise de Graaff-Wekking, vrouwenkamp Galoehan, Java

Het is verwonderlijk hoe snel en handig de vrouwen met eenvoudige middelen de kale cel wisten om te toveren tot een gezellig huiselijk hoekje: een boekenplankje aan touwtjes, wat foto’s of plaatjes, een fleurig kleedje. Een vrouw blijft een vrouw en dit was op dat moment haar woonplek op aarde.
Els Baljon, vrouwenkamp Struiswijk, Batavia, Java

Om te lezen: overvolle kampen

Overvolle kampen

42.000 KNIL-militairen werden krijgsgevangen gemaakt en in krijgsgevangenkampen opgesloten. 100.000 burgers werden opgesloten in speciale burgerkampen. Stadswijken, gevangenissen, kazernes, scholen, kloosters en zelfs ziekenhuizen werden als interneringskampen ingericht.

In de loop van de oorlog werden de kampen samengevoegd en geconsolideerd in minder kamplocaties, daardoor per kamp steeds voller. Het vrouwenkamp Tjideng, een afgeschermde woonwijk in de hoofdstad Batavia, begonnen met 2.000 inwoners, herbergde aan het eind van de oorlog 10.500 vrouwen en kinderen. Geïnterneerden die in barakken of op zalen woonden kregen steeds minder ruimte. De breedte van de slaap- en leefplek ging gemiddeld van 135 naar 50 cm per persoon. Zo zaten de mensen boven op elkaar zonder enige privacy.

Uitgelicht

Vrouwen liggend op hun slaapplek

A.M. Steensma, Barakinterieur. Vrouwenkamp Kampong Makassar, Jakarta, 1945. Coll. nr. 101263

Luister naar een beschrijving van deze tekening:

Gesproken tekst meelezen

Deze tekening is gemaakt door A.M. Steensma in vrouwenkamp Kampong Makassar in Batavia, het huidige Jakarta. Het stelt een stukje van een barak voor, opgetrokken uit bamboe en riet. Afgebeeld zijn vijf vrouwen naast elkaar op hun slaapplaats. De vrouw links zit rechtop en kijkt afwezig voor zich uit, tussen haar vingers smeult een sigaret. De vrouw naast haar ligt op haar rug te lezen. De anderen slapen. De meest rechtse heeft zich op haar zij gedraaid, zo ver mogelijk van de anderen vandaan, misschien wel op zoek naar een beetje meer ruimte voor zichzelf. Want veel ruimte hebben de vrouwen niet. Niet meer dan de breedte van hun matras, een centimeter of tachtig. Hoezo privacy? Hoeveel vrouwen in deze barak wonen, weten we niet. In elk geval meer dan deze vijf, want rechts liggen nog twee matrassen.

De matrassen liggen op een soort houten vlonder op pootjes. De onderkant wordt als bergplaats gebruikt voor de weinige spullen die de vrouwen bezitten. Zichtbaar zijn een waterketel, een teil met vaatwerk, schoenen, een po. Tegen de wand achter de vrouwen nog wat spullen, deels in grote doeken waarop opbergvakken zijn genaaid. Wat het meest opvalt zijn de foto’s. Zijn dat hun echtgenoten? Zitten die in een ander kamp? De kans is groot dat de vrouwen helemaal niet weten waar hun mannen zich bevinden.

Doorkijkje door een barak

A.M Steensma, Camera obscura. Vrouwenkamp Kampong Makassar, Java, 1945. Coll. nr. 101260

Luister naar een beschrijving van deze tekening:

Gesproken tekst meelezen

Camera obscura heeft A.M. Steensma deze tekening van een barak in vrouwenkamp Kampong Makassar in Batavia genoemd, het huidige Jakarta. Het slaat op de wijze waarop ze de barak in beeld heeft gebracht: we kijken van de ene toegang helemaal naar de andere. Zo’n honderd meter verderop is dat, weten we uit andere bronnen. Een deur zit er niet in. Links en rechts van de ingang wordt duidelijk dat de barak is gebouwd als een soort vakwerk van bamboepalen, opgevuld met riet, atap. De barak is verdeeld in een groot aantal compartimenten, via doorgangen met elkaar verbonden. Er moeten een paar honderd vrouwen en kinderen in deze barak wonen, toch zien we er maar een paar. Tientallen meters verderop het silhouet van een figuur in het gangpad dat tussen de verschillende compartimenten is vrijgehouden. Dichterbij een jongen met ontbloot bovenlijf aan de ene kant van het gangpad en een vrouw zittend op haar brits aan de andere. In hetzelfde compartiment, heel vaag, nog een vrouwenfiguur. Voor de rest wordt de drukte in de barak alleen gesuggereerd door de kledingstukken die aan weerszijden van het gangpad aan de bamboeconstructie hangen.

Naar het volgende onderwerp

Verander van verhaallijn:
vrouw man

Alle verhalen van kinderen
Alle verhalen van mannen

Deze pagina is onderdeel van de digitale tentoonstelling Getekend. Persoonlijke verhalen over de Japanse bezetting.

Ga naar het begin van deze tentoonstelling