Logo One Planet
Gevangene en bewaker
Gevangene en bewaker

“De hele dag marcheerden er Japanse patrouilles door het kamp.”

Luister naar verhalen van mannen die de bezetting van Nederlands-Indië hebben meegemaakt:

Gesproken tekst meelezen

Onze voornaamste bezigheid werd het ontlopen van de Japanse patrouilles die de hele dag door het kamp marcheerden. Overal hoorde je kiotske! en kere! en naore! en altijd was er wel een reden om te slaan: een blik, een trek om de mond of zelfs alleen maar de lengte van de gevangene. Het begon zenuwslopend te werken. Spontaan ontwikkelde zich een waarschuwingssysteem met het roepen van ‘rood voor!’ zodra er Japanners naderden. Het werkte op den duur zo effectief dat de Japanse patrouilles de indruk hebben moeten gekregen dat er maar weinig gevangenen in het kamp waren.
Rob Nieuwenhuys, krijgsgevangenkamp Tjilatjap, Java


In Kesilir verkocht een kampwinkel allerlei artikelen: pisang, bruine bonen enz. enz. Die kregen ze binnen via de Japanners, die wel meewerkten als er wat te verdienen viel. Dat was dikwijls aanleiding dat ze onderling mot kregen en elkaar ook wel het hospitaal in sloegen. Deze corruptiegeest van de Japanners is ons behoud geweest.
Johan Warmer, Kesilir, Java


De Japanse commandant Hirayama zei dat we slechte mensen waren en geen familiegevoel hadden. We dachten nooit aan vrouw en ook niet aan onze kinderen. Toen kregen we het bevel in de richting van ons gezin te buigen. Maar we hadden al maanden niets meer van ze gehoord en wisten niet waar ze waren. Ieder boog daarom maar in een willekeurige richting. Het was een potsierlijk gezicht, die duizenden halfnaakte mannen in alle windrichtingen te zien buigen. Voor het eerst kon ik weer, geluidloos, lachen.
Rob Nieuwenhuys, krijgsgevangenkamp Tjilatjap, Java

  • Theo Voorstad, The kindest army. Krijgsgevangenkamp Boeboetan-gevangenis, Java, 1942. Coll. nr. 71662 (1/130)
  • Frida Holleman, Japanse wacht. Vrouwenkamp Kedoengbadak, Bogor, ca. 1944. Coll. nr. 111736
  • Kees van Willigen. Krijgsgevangenkamp Changi-gevangenis, Singapore, 1944. Coll. nr. 73290
  • Dolf Gogelein, Buigen voor de kampwacht. Semarang, 1947. Coll. nr. 68140
  • Pim van Boxsel, Bewakers. Krijgsgevangenkamp Tjimahi, Java, 1942-1945. Coll. nr. 66638
  • Kees van Willigen, Appèl. Krijgsgevangenkamp Changi Jail. Singapore, 1944. Coll. nr. 73278
Om te lezen: buigen voor de kampwacht

Buigen voor de kampwacht

Een van de voorschriften was dat iedereen eer moest betuigen aan Japanse militairen en inheemse hulpbewakers door voor hen te buigen. Het was een buiging voor de Japanse keizer. De geïnterneerden hadden hier veel moeite mee. Ze wilden de Japanse keizer geen eer bewijzen. Ze ervoeren het als een vernedering. Je riskeerde een pak slaag als je het niet deed of vergat. Ook slordig buigen was vaak aanleiding voor straf. Buigen moest zo: eerst stilstaan, hoed en bril en alles wat je in je hand had neerleggen, de hielen aansluiten, de armen recht langs het lichaam houden en dan buigen onder een hoek van 20◦.

Appèl

Twee maal per dag werden alle geïnterneerden geteld. Zelfs de zieken moesten hiervoor uit hun bed komen. Op een centrale plek moesten ze zich bloksgewijs in rijen opstellen met het gezicht in de richting van Japan. Deze maatregel was overgenomen uit de krijgsgevangenkampen. Soms werd het appèl afgenomen door het eigen blokhoofd, soms door Japanners. Zo’n appèl kon soms uren duren, want veel bewakers hadden moeite met tellen. Het appèl gaf vaak aanleiding tot straf.

Naar het volgende onderwerp

Verander van verhaallijn:
kind man

Alle verhalen van kinderen
Alle verhalen van vrouwen

Deze pagina is onderdeel van de digitale tentoonstelling Getekend. Persoonlijke verhalen over de Japanse bezetting.

Ga naar het begin van deze tentoonstelling