Logo One Planet

“Voor straf moest iedereen een uur in de zon blijven staan.”

Luister naar verhalen van mensen die als kind de Japanse bezetting hebben meegemaakt:

Transcriptie van de gesproken tekst

Voor straf moest iedereen in het kamp een uur in de zon blijven staan en kreeg ’t hele kamp geen eten. Ik mocht naar binnen, omdat ik een kind ben. Mammie is er vrij naar van geworden en anderen zijn flauw gevallen.
Sonja Paardekooper, vrouwenkamp Ambarawa 9, Java


Fred en Wim hadden via een rioolbuis een smokkelroute ontdekt naar het vrouwenkamp Tjihapit. Zij smokkelden voedsel, medicamenten en berichten. Op een gegeven moment werden ze betrapt. Ze werden gegrepen en gestraft in Japanse stijl: aframmeling, opsluiting en honger.
Klaas Liesker, mannenkamp Tjikoedapateuh, Java


Daar staan weer twee vrouwen. Ze zijn gestraft. Sonei heeft ze geslagen en geschopt en hun haren afgeschoren. De ene heeft bloed aan d’r hoofd. Ze kunnen bijna niet meer staan, en die zon is zo heet. Ze staan nu al bijna de hele dag. Dit vind ik veel akeliger dan de doden. Ze hebben zo’n pijn. Ze kunnen haast niet meer. De Jap staat lekker in de schaduw. Hij kijkt niet eens naar ze. Toch durven ze niet te gaan zitten. Als ik naar ze kijk, moet ik bijna huilen.
Ida Kalmijn, vrouwenkamp Tjideng, Java


Mijn vader was vlak voor de oorlog was overleden. Hij had bij het KNIL gezeten. Mijn moeder had foto’s en een deel van zijn uitrusting in de achtertuin begraven. Dat mocht niet en iemand heeft haar aangegeven. De verrader heeft er vast een kommetje rijst voor gekregen. Dat kreeg je van de Japanners als je iemand aangaf. Mijn moeder kwam na drie weken terug.
Jonas Muskitta, buiten de kampen in Ambon

  • Jan Kickhefer, Gestrafte man. Mannenkamp Kampement 4de + 9de Bataljon Tjimahi, 1945. Coll. nr. 66117
  • Maker onbekend, Strafappèl. Vrouwenkamp ADEK, Java, ca. 1945. Coll. nr. 108760 n
  • Molly Roukens, Yamada, de schik van het kamp. Vrouwenkamp Kaäten, Celebes, 1942-1945. Coll. nr. 108705
  • Mary Gabrëlse, Bolossen, straf: kale kop, in de petoet. Vrouwenkamp Tjihapit, Java, 1942-1945. Coll. nr. 108777
Lezen: straf

Straf

De geïnterneerden probeerden hun eigen orde te handhaven met behulp van een eigen kamppolitie. Die lette vooral op diefstal en smokkel. Bij overtreding van de regels deelden de Japanse bewakers regelmatig straffen uit. Het hele kamp kreeg bijvoorbeeld strafappèl en moest uren in de zon of regen staan. Soms kreeg het kamp enkele dagen geen eten of ging de kampwinkel een paar dagen dicht. Binnen en buiten het kamp vonden geregeld huiszoekingen plaats. Alles werd onderste boven gehaald. De Japanners zochten naar verboden artikelen zoals radio’s, geld, paspoorten of de Nederlandse vlag.

Uitgelicht

Tekening van een aantal geblinddoekte gevangene die door bajonetsteken om het leven worden gebracht.

Maker onbekend, Executie. Krijgsgevangenkamp 15e Bataljon Bandung, 22 april 1942. Coll. nr. 71682

Luister naar een beschrijving van deze tekening:

Transcriptie van de gesproken tekst

Op deze tekening van een onbekende maker worden drie mannen terechtgesteld. We kennen hun namen: Hendrik Karssen, Johann Wilhelm Mercus en Andries Hielkema. Met hun handen en voeten zijn ze vastgebonden aan de palen van een prikkeldraadomheining. Ze zijn geblinddoekt. De man vooraan op de tekening houdt zijn hoofd geheven, alsof hij dwars door zijn blinddoek heen zijn beulen recht in het gezicht kijkt. De man naast hem lijkt zijn blik af te wenden en kijkt naar de grond. De derde schreeuwt. Roept hij ‘Leve de koningin!’, zoals een getuige van de executie na de oorlog heeft opgetekend? Drie Japanse soldaten staan in aanvalshouding. De vlijmscherpe punten van hun bajonet steken al haast in de lijven van de veroordeelden. Zij voeren een opdracht uit. De opdrachtgever staat achter hen, kin omhoog, handen in de zij. Hij heeft zojuist gezegd dat het moment daar is. Achter hen de suggestie van een groep toeschouwers. Dat zijn de krijgsgevangenen die dit tafereel gedwongen gadeslaan. De tekenaar moet zich onder hen bevinden.


Het tafereel speelt zich af op 22 april 1942. Die dag had de Japanse kampleiding de order uitgevaardigd om de hoofden van de gevangenen kaal te scheren. Uit een barak verdwenen die nacht vijf gevangenen. Drie van hen werden gesnapt en voor straf geëxecuteerd. Het zijn de drie mannen op de tekening.

Gevangene die een afranseling krijgt

Maker onbekend, Strafuitoefening. Thai-Birma-spoorweg. Coll. nr. 71669

Luister naar een beschrijving van deze tekening:

Transcriptie van de gesproken tekst

Wie deze potloodtekening heeft gemaakt, weten we niet. Wel dat de tekenaar als dwangarbeider aan de Thai-Birmaspoorweg werkte. Is hij een van de krijgsgevangenen op de tekening die gestraft worden door hun bewakers? Links op de voorgrond een rij mannen. Een paar zijn er al met een geweerkolf tegen de grond geslagen. Het geweer is alweer op weg naar de volgende; een bewaker zwaait ermee als met een honkbalknuppel. Achter hem kijkt een officier toe, zijn ene hand aan zijn zwaard, de andere in zijn zij. Achter hem wordt een andere gevangene met stokslagen gestraft, aan zijn pet te zien een officier. Hij staat voor een barak met een Rode Kruisvlag. Wat er aan dit tafereel vooraf is gegaan, weten we niet. Is er een vluchtpoging geweest waarvoor een hele groep gevangenen collectief wordt gestraft?

Naar het volgende onderwerp

Verander van verhaallijn:
vrouw  man

Alle verhalen van vrouwen
Alle verhalen van mannen

Deze pagina is onderdeel van de digitale tentoonstelling Getekend. Persoonlijke verhalen over de Japanse bezetting.

Ga naar het begin van deze tentoonstelling